Programma 1. Ruimtelijke ontwikkeling

Beleidsdoelen

1.1.2

Proactief samenwerken met partners

Toelichting op meerjarendoel

Omgevingsagenda Gemeenten
Met gemeenten zoeken we vroegtijdig en integraal kansen om samen te werken aan initiatieven en plannen in de gebiedsgerichte uitvoering. Dat doen we in het verlengde van de structurele contacten die we met gemeenten hebben over hun ruimtelijke ontwikkelingen en omgevingsplannen. Wat we buiten uit de gemeentelijke praktijk ophalen, verknopen wij met heldere afspraken in de organisatie. Dat is de kern van de werkwijze van de Omgevingsagenda Gemeenten (OAG). Daarvoor is het belangrijk gebiedsgerichte kennis en informatie goed en tijdig te ontsluiten/delen. In 2020 hebben wij gewerkt aan een digitale geografische samenwerkingskaart. Die maakt kennis en informatie over gebieden en uitvoering eenvoudig beschikbaar en analyseerbaar.

Door de werkwijze van de Omgevingsagenda Gemeenten hebben we in 2020 nieuwe vroegtijdige samenwerking met gemeenten vormgegeven. Een aantal voorbeelden:
-   In de cultuurhistorische waardevolle buitenplaatsenzone langs de Wegh der Weegen (N237) is sprake van grote dynamiek en toenemende stedelijke druk. In het gebied vinden locatieontwikkelingen nu vaak eigenstandig plaats. Het ontbreekt aan regie op (intergemeentelijk) structuurniveau. Als gevolg hiervan staan aanwezige structuurkwaliteiten onder druk. Terwijl zij ook juist benut zouden kunnen worden. Als provincie zijn we ook actief in het gebied. We zijn bijvoorbeeld actief op het gebied van mobiliteit, het project Hart van de Heuvelrug en via het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Vanuit de OAG is de brede interne dialoog over het gebied geïnitieerd. Daarbij maken we gebruik van het overzicht van de samenwerkingskaart (beta). Begin 2021 spreken we hier verder over met externe partners. De inzet is gericht op een weloverwogen keuze over doel, rol en strategie.
-   Een vergelijkbaar voorbeeld is de Heuvelrugzone van Amersfoort. In deze kernrandzone van Amersfoort is sprake van veel particulier initiatief. Er is ook een toenemende recreatieve druk. Opgaven als klimaatadaptie en woningbouw hebben ruimte nodig. Ook wil de gemeente uitvoering geven aan de doelen in haar groenvisie. Vanuit de OAG hebben we de gemeente bewogen om uitvoering te verbinden aan strategie en de dialoog over het gebied te starten. Een samenhangende visie voor het gebied moet antwoord gaan geven op 2 vragen. Hoe willen we omgaan met de toenemende druk? En hoe willen we de aanwezige kwaliteiten behouden en versterken?
-   De gemeente Wijk bij Duurstede is een procedure gestart voor zonnevelden, om de ambities op het gebied van duurzame energie waar te maken. Ze heeft de markt uitgenodigd om met plannen te komen. Het beleidskader zonnevelden van de gemeente diende als uitgangspunt. Dit is met de provincie afgestemd. Ook hebben gemeente en provincie afspraken gemaakt over tijdige afstemming bij de uitvoering van de zonneveldprocedure.  Op deze manier heeft de provincie kaders en kansen vooraf gedeeld. Tijdens een brede integrale sessie hebben we dit voor iedere locatie besproken en voor de uitwerking aan de ontwikkelaars meegegeven.
In 2020 hebben we met drie gemeenten gesproken over het starten met het werken met een Omgevingsagenda Gemeenten en over het centraal zetten van bijbehorende werkwijze voor de uitvoeringsgerichte samenwerking in gebieden. De voortgang is minder groot geweest dan we hadden beoogd. Dat komt onder andere door capaciteitsproblemen en de gevolgen van corona. De werkwijze hangt nauw samen met de veranderingen onder de Omgevingswet. Daarom hebben wij aangestuurd op het verbinden van de OAG aan de werkprocessen voor de Omgevingswet.

Eind 2020 is de OAG onderdeel van het netwerk Omgevingsgericht Werken geworden. Dit netwerk is een bundeling van zes expertises die gezamenlijk ondersteuning bieden bij de uitvoering van het Omgevingsbeleid.

Begeleiding gemeentelijke plannen
Wij blijven ons inzetten om gemeenten en belanghebbenden in een vroegtijdig stadium te adviseren over hun ruimtelijke plannen en initiatieven. Dit doen we om:
-   provinciale belangen aan die van gemeenten te verbinden;
-   plannen die in strijd zijn met provinciaal ruimtelijk beleid zo vroeg mogelijk te signaleren, bespreken en aan te laten passen.
Een belangrijke focus lag op complexe projecten waarbij (meerdere) provinciale belangen spelen en die een relatief grote oppervlakte beslaan. Te denken valt bijvoorbeeld aan ontwikkelingen in het beoogde werelderfgoed van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en het Natuur Netwerk Nederland. Een thema dat veel terugkomt is de verantwoorde inpassing van velden met zonnecellen in het landelijk gebied, zeker bij initiatieven in kwetsbare gebieden. Gelukkig proberen gemeenten ook beoordelingskaders te ontwikkelen die sturing geven aan dergelijke ontwikkelingen. De kunst is om provinciale belangen daarbij meteen te laten betrekken. Voorbeelden daarvan zijn de gemeenten Wijk bij Duurstede en Houten. Andere complexe gebiedsopgaven zijn bijvoorbeeld het behoud en het verantwoord gebruik van de legakkers in de Vinkeveense Plassen en duurzame toekomstmogelijkheden voor terreinen met recreatiewoningen.

Onze aandacht is ook uitgegaan naar gemeentelijke plannen die erop gericht zijn de speelruimte in de provinciale regelgeving te benutten. Het gaat er daarbij om dat extra stedelijke ontwikkelingen in het landelijk gebied mogelijk worden gemaakt in ruil voor extra ruimtelijke kwaliteit. Omdat de weging van ruimtelijke kwaliteit lastig is, vergt dit veel overleg en tijd. Het kan ook mooie resultaten opleveren.

We hebben voortgang geboekt bij de ontwikkeling op het terrein van Soestdijk. We hebben namelijk afspraken gemaakt voor verantwoorde inpassing van nieuwe ontwikkelingen. Ontwikkelaar MeyerBergman Erfgoed Groep (MBE) heeft onlangs aangekondigd te willen onderzoeken of er een alternatief bouwplan mogelijk is. Zo hopen ze een groter draagvlak onder de bevolking te vinden. Ook de mobiliteitsaspecten vragen nog aandacht. De procedure voor het bestemmingsplan schuift daardoor weer wat op in de tijd.

In 2020 hebben gemeenten in totaal 426 plannen, omgevingsvergunningen en principeverzoeken voor reactie aan ons voorgelegd. Daarbij zaten 102 ontwerpbestemmingsplannen en 63 omgevingsvergunningsaanvragen. In één geval (1%) hebben wij een zienswijze ingediend. Het plan was namelijk in strijd met de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) en de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV). Daarnaast hebben we bij één vastgesteld plan een reactieve aanwijzing gegeven.
In 2020 hoefden we dus slechts in een enkel geval ons wettelijk instrumentarium in te zetten om gemeentelijke plannen bij te sturen. In het geval van de reactieve aanwijzing heeft dit ertoe geleid dat de betrokken gemeente nu werkt aan een alternatief plan dat wel binnen de provinciale kaders past.
Dit is precies waar onze inzet op is gericht. We leggen de nadruk op het vroegtijdig overleg en samenwerking om tot overeenstemming te komen over het provinciaal beleid, in plaats van de inzet van wettelijk instrumentarium.  

In het proces van goed (voor)overleg met de gemeenten werpt de Omgevingswet haar schaduw vooruit. Procedures zullen straks anders worden. Gemeenten  moeten ze dan veelal in kortere tijd doorlopen; wij hebben minder tijd om te reageren. Dat maakt goed overleg voorafgaand aan de formele procedure nog belangrijker. Dat geldt natuurlijk bij de procedure voor gemeentelijke omgevingsplannen. Maar zeker ook bij procedures waarbij van een omgevingsplan wordt afgeweken om een concreet initiatief mogelijk te maken. Er is daarom bij gemeenten per regio geëxperimenteerd met zogenaamde omgevingstafels. Die tafels dienen primair om op gemeentelijk niveau ruimtelijke initiatieven vroegtijdig en interdisciplinair te bespreken. Wij zijn vertegenwoordigd aan de tafels waar belangrijke provinciale belangen in het geding zijn. Dat is zowel voor de gemeente als voor de provincie nuttig.  Zo doen we samen met gemeenten leerervaringen op voor de Omgevingswet.

Beoogd resultaat 2020

Status

Toelichting

Opstellen en met pilot-gemeenten testen van een aanpak voor het met alle gemeenten ontwikkelen van gezamenlijke Omgevingsagenda’s

Met pilotgemeenten hebben we een start gemaakt met een plan van aanpak voor de samenwerking met een Omgevingsagenda Gemeenten. We verbinden deze aan de werkprocessen voor de Omgevingswet.

Bij tenminste 95% van de gemeentelijke ruimtelijke plannen is geen zienswijze ingediend, omdat voldoende overeenstemming is met provinciaal beleid, zoals is vastgelegd in de provinciale ruimtelijke verordening.

Bij 99% van de gemeentelijke plannen is geen zienswijze ingediend.

Deze pagina is gebouwd op 06/01/2021 13:15:46 met de export van 06/01/2021 13:04:33