Het jaarverslag over 2020 is gebaseerd op de structuur van de begroting 2020 en ingedeeld in 9 beleidsprogramma’s met 45 beleidsdoelen. In het jaarverslag rapporteren we uitgebreid over 331 voorgenomen prestaties. In de jaarrekening gaan we in op de financiën. In hoofdstuk 1 van het jaarverslag lichten we beiden op hoofdlijnen toe.
Ruim 2/3 van de voorgenomen prestaties is gehaald. Een kwart krijgt de status vertraagd (oranje) en 8% van de prestaties (ofwel 28 stuks) krijgen de status forse vertraging of geheel niet gehaald (rood).
Iets meer dan 100 van de voorgenomen prestaties hebben dus geringe tot forse vertraging opgelopen. In het jaarverslag wordt bij 28 van die vertragingen aangegeven dat dit direct COVID19 gerelateerd is en bij 7 prestaties ligt het uitstel van de omgevingswet ten grondslag aan de vertraging. Bij de overige 73 prestaties spelen diverse oorzaken. Bijvoorbeeld problemen bij het vinden van mensen, scope-verandering van een project, wetswijzigingen, complexiteit van staatssteun of aanbesteding of de werkdruk in het algemeen bij de provincie en anderen.
Bij alle negen beleidsprogramma’s is ook een gewogen oordeel gegeven over de voortgang van het programma; niet alle prestaties wegen namelijk even zwaar.
Voor elk van de 45 beleidsdoelen is aangegeven of we behaald hebben wat beoogd werd , of dit binnen de planning was en of het binnen budget was .
Bij bijna 70% van de beleidsdoelen hebben we gerealiseerd wat we ons voorgenomen hadden.
47% geheel op tijd, 47 procent met vertraging en 6 % met een forse vertraging tot zelfs volledige stilstand.
41 van de 45 beleidsprogramma’s zijn binnen het budget gebleven. De analyse waarom vier beleidsdoelen niet binnen budget zijn gebleven wordt toegelicht in paragraaf 4.8.
In hoofdstuk 2 wordt per beleidsprogramma uitgebreid verslag gedaan van de in 2020 ondernomen activiteiten. Hier treft u ook de kosten over het totale programma en per beleidsdoel. Ook treft u per programma een overzicht van de investeringen, van de reserves en de verbonden partijen. Tot slot treft u bij elk programma de indicatoren.
In de rest van dit hoofdstuk presenteren wij de resultaten die wij als provincie het afgelopen jaar tot stand wisten te brengen.
Ruimtelijke ontwikkeling
Wij streven een hoogwaardige ontwikkeling van ons stedelijk en landelijk gebied na. Dit vraagt om heldere provinciale ambities. Met het oog op de gewenste eenheid in overheidsbeleid, hebben wij in 2020 samen met medeoverheden en hun samenwerkingsverbanden expliciet gezocht naar samenhang in beleid en optreden. In de gemaakte afwegingen kregen zowel lokale belangen als de regionale context de aandacht die ze verdienden. Zo kwamen we goed en snel met initiatiefnemers tot gewenste ontwikkelingen, ook in het licht van de werkwijzen onder nieuwe wetgeving.
In U Ned hebben we met partners samengewerkt aan de langetermijnontwikkeling. Regio en Rijk presenteerden in het najaar van 2020 de gezamenlijke visie ‘Utrecht Nabij’. Daarin staat hoe en waar de komende 20 jaar in onze regio 104.000 tot 125.000 nieuwe woningen en locaties voor 80.000 banen kunnen worden gerealiseerd, zodanig dat de regio bereikbaar blijft. De gezamenlijke overheden willen woon-werklocaties ontwikkelen in een U-vormig gebied rond de stad Utrecht. Daarnaast wijzen ze enkele ontwikkellocaties in de regio aan, rond OV-knooppunten.
Ook in 2020 werd samen met de Regio Amersfoort een start gemaakt met het Ontwikkelbeeld 2030-2030 voor deze regio, en met de verstedelijkingsstrategie Arnhem-Nijmegen-Foodvalley, waar we met de regio Foodvalley zijn aangehaakt, met onder andere Provincie Gelderland.
Op 30 september 2020 heeft PS het ‘Kader voor regionale programmering wonen en werken’ vastgesteld. Hierin staan de uitgangspunten van onder andere het proces van Regionaal Programmeren, de regio-indeling, kwantitatieve bandbreedtes en kwalitatieve aspecten. Tevens biedt dit kader een nieuwe systematiek voor de keuze van locaties. Vanaf het voorjaar van 2020 zijn we met gemeenten en regio’s in gesprek over de regionale programma’s wonen en werken.
Afgelopen jaar is een plan van aanpak gemaakt voor ‘Groen Groeit Mee’. Centrale gedachte is dat natuur, biodiversiteit, recreatie en duurzame landbouw meegroeien met de demografische, ruimtelijke en economische ontwikkelingen in de provincie.
Versnelling van de woningbouw is een prioriteit, niet alleen van gemeenten en provincie maar in toenemende mate ook van het Rijk. De ambities zijn verwoord in het nieuwe programma Versnelling Woningbouw. In 2020 is de woningvoorraad opnieuw meer gegroeid dan de jaren ervoor (met bijna 7.900 woningen). Ook is de plancapaciteit toegenomen en de monitoring verbeterd. Het Rijk heeft aanvullende middelen beschikbaar gesteld via de Woningbouwimpuls, waarmee verschillende gebiedsontwikkelingen in onze provincie zijn versneld en de investeringsruimte van corporaties is vergroot. Het instrument van de flexpool, dat is ontwikkeld binnen de Woondeal Utrecht, is landelijk uitgerold, waardoor nu alle Utrechtse gemeenten een beroep kunnen doen op deze ondersteuning. Rijk, provincie en de regio’s Utrecht en Amersfoort zijn tot overeenstemming gekomen over toevoeging van woondealafspraken voor de regio Amersfoort aan de Woondeal Utrecht. Dit krijgt in 2021 zijn beslag.
Er is gestart met de Vitale Wijken-aanpak, waarvoor een regiodeal is gesloten met Utrecht, Nieuwegein en Zeist. Ook met Amersfoort zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. De provincie Utrecht is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van kennis en monitoring. Dit wordt samen met het RIVM, de Universiteit Utrecht en de GGD Regio Utrecht ontwikkeld.
Aansluitend op het streven naar een ‘Omgevingswetproof’ provincie, heeft GS afgelopen jaar de Omgevingsvisie en -verordening in ontwerp vastgesteld. Hierin wordt onder andere meer flexibiliteit voor uitbreiding van de kleine kernen gegeven en duidelijkheid geboden over de aanpak en randvoorwaarden voor verdere verstedelijking. Omdat de inwerkingtreding van de Omgevingsvisie is uitgesteld tot 1 april 2021, is er een Interim Omgevingsverordening opgesteld voor werking onder de huidige wetten. Door de Omgevingswet krijgen inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties meer ruimte om met eigen initiatieven te komen. In 2020 lag de focus dan ook sterk op informatievoorziening en bewustwording. We hebben diverse instrumenten ontwikkeld om integraal werken te bevorderen, zoals Beleid en Uitvoering Integratie Tafel (BUIT).
Corona versterkte de gerichtheid op eigen organisatie, teams en werkzaamheden. Hierdoor – en door de uitgestelde Omgevingswet – konden de werkprocessen nog niet definitief worden ingericht en geïmplementeerd. In 2020 hebben we een start gemaakt met de wijziging van de diverse werkprocessen.
Landelijk gebied
Utrecht herbergt natuurwaarden die nationaal en internationaal van groot belang zijn. Het is onze ambitie deze te beschermen en te versterken, waarmee we tevens zorgdragen voor de Utrechtse biodiversiteit. Het belangrijkste onderdeel is de totstandkoming van een robuust netwerk van aaneengeschakelde natuurgebieden, het Natuurnetwerk Nederland (NNN). In 2020 hebben wij gewerkt aan de realisatie en inrichting van nieuwe natuurgebieden, de aanleg van verbindingen en faunapassages en de doorontwikkeling van de groene contour. Voor de kleinschalige verbindingen, de groene dooradering van het landelijk gebied, zetten wij het platform kleine landschapselementen in. Hierin zijn agrarische collectieven en gemeenten vertegenwoordigd. De Agenda Vitaal Platteland is ons belangrijkste instrument voor de uitvoering van deze ontwikkelopgave.
Om de biodiversiteit te behouden en te versterken, is goed beheer nodig. Dit vullen wij in door ons natuurbeheer en – via de agrarische collectieven – ons agrarisch natuurbeheer. Om de kwaliteit van de Utrechtse natuur op een hoger niveau te krijgen, voeren wij conform de Realisatiestrategie Natuurvisie specifieke maatregelen uit, zoals bescherming van weidevogels, verbetering van de leefgebieden van de Utrechtse aandachtsoorten en ecologisch bermbeheer langs onze provinciale wegen.
Naast het NNN en de doelen in de Agenda Vitaal Platteland zijn we als provincie ook verantwoordelijk voor tien Natura 2000-gebieden, waarvan er negen stikstofgevoelig zijn. Sinds de Raad van State het Programma Aanpak Stikstof ongeldig heeft verklaard, is de provincie met het programma Stikstof aan de slag gegaan. De leidraad stikstof, die PS in juni 2020 vaststelde, geeft daarbij richting. We staan voor de opgave om de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden robuuster te maken, een duurzaam toekomstperspectief voor de landbouw en andere maatschappelijke en economische activiteiten te ontwikkelen en de lokale stikstofdepositie te verminderen. De twaalf provincies zijn hierbij aangewezen als regisseur van een gebiedsgerichte aanpak. Deze aanpak is in 2020 voorbereid via onder andere de oprichting van twee bestuurlijke gebiedstafels met daarin alle relevante provinciale partners. In 2021 gaan gebiedsprocessen rondom de Natura 2000-gebieden van start, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij reeds lopende gebiedsprocessen. Ook ondersteunen we waar mogelijk initiatieven vanuit betrokken partijen.
De inzet op duurzame landbouw mag in dit programma niet ontbreken. Sinds 2020 voeren we de Samenwerkingsagenda Landbouw uit, die zich richt op versterking van de verbinding stad-land en natuurinclusieve landbouw. Ook circulaire en klimaatneutrale landbouw en het terugdringen van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) krijgen hierin aandacht. Daarnaast is afgelopen jaar extra budget beschikbaar gesteld voor een op te stellen provinciale voedselagenda, een stimuleringsagenda waarin kennisinstellingen, horeca, retail, agrariërs en burgers samenwerken voor kortere ketens en lokale afzet van voedsel. Als deelnemer aan de Regiodeal Foodvalley werken we aan een versnelde transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem.
Bodem, water en milieu
Zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving is een voorwaarde om een aantrekkelijke regio te blijven. Bodem, water en milieu krijgen dan ook onze volle aandacht. Samen met waterschappen en Rijk hebben wij in 2020 gewerkt aan goed ingepaste dijken, een robuust watersysteem en voldoende (drink)water van goede kwaliteit. Samen met de gemeenten spannen wij ons in voor gebiedsgerichte maatwerkoplossingen voor bijvoorbeeld aardwarmte en warmtekoudeopslag.
Met het in 2020 vastgestelde programma Mooie en Veilige Dijken wordt samen met de waterschappen en gebiedspartners gewerkt aan versterking van de Nederrijn- en Lekdijk, in nauwe samenhang met andere gebiedsopgaven zoals natuur, mobiliteit, cultuurhistorie en recreatie. Afgelopen jaar is ook de samenwerkingsovereenkomst Blauwe Agenda Utrechtse Heuvelrug vastgesteld, waarin we met gebiedspartners een robuust watersysteem optuigen als basis voor de verschillende functies: natuur, landbouw en drinkwater. Daarnaast zijn we gestart met de vervanging van het Bodem-, Water- en Milieuplan (2016-2021) door het Bodem- en waterprogramma 2022-2027 en voor het milieudeel, het plan Gezond en Veilig 2022-2025. Deze programma’s bevatten de vereiste beleidskaders vanuit de Omgevingswet en is een uitwerking van onze Omgevingsvisie.
Met het in 2020 opgestelde programma ‘Op weg naar een klimaatbestendig Utrecht’ maken we onze ambitie voor een klimaatbestendige leefomgeving concreet. Centraal hierin staat het bevorderen van bewustwording en gedragsverandering, het ondersteunen van concrete maatregelen en het verankeren van klimaatadaptatie in het eigen beleid.
De inzet op bodemdaling is versterkt. Het programma ‘Toekomstperspectief veenweiden’, dat afgelopen jaar is ingesteld, faciliteert lopende en initieert nieuwe activiteiten gericht op reductie van CO2-emissie uit de veenbodems en het afremmen van bodemdaling. Als basis hiervoor is het ‘Uitvoeringsprogramma bodemdaling provincie Utrecht 2020-2023’ vastgesteld.
Op 13 januari 2020 is het nationale Schone Lucht Akkoord (SLA) ondertekend, een bestuurlijke overeenkomst tussen Rijk, provincies en gemeenten. Als gezamenlijk doel is afgesproken om in 2030 overal de WHO-advieswaarden voor luchtkwaliteit te bereiken. In de loop van 2020 zijn 11 provincies aangesloten. Als vertegenwoordiger van de deelnemende provincies in de landelijke SLA-stuurgroep levert Utrecht de bestuurder. In onze Uitvoeringsagenda Gezonde Lucht geven we de regionale inzet op luchtkwaliteit samen met onze ambassadeurs (van gemeenten en NMU) verder vorm.
Om een bijdrage te leveren aan gezond leven in de stedelijke regio is het programma Gezonde Leefomgeving geïntensiveerd. Gezondheid wordt hiermee een centraal en integraal onderdeel van al ons beleid. Op 14 mei ondertekende de provincie de Samenwerkingsovereenkomst van de Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven, een onafhankelijk platform van publieke en private organisaties dat de regioambitie concretiseert door samen met inwoners aan oplossingen voor een gezonde stedelijke leefomgeving te werken. Een van de projecten die wij met de partners van de Data- en Kennishub én de gemeenten Nieuwegein, Utrecht, Zeist en Amersfoort uitvoeren, is de monitoring van de regiodeal Vitale Wijken. Deze biedt handvatten om verschillende wijkaanpakken gedurende de uitvoering bij te sturen, met gelijke kansen voor iedereen. Daarnaast biedt de monitoring de mogelijkheid om samen te leren wat werkt en deze kennis onderling uit te wisselen.
Economie
2020 bleek ook in economisch opzicht een bijzonder jaar door de impact van de coronacrisis. In deze lastige tijden is de samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven, gemeenten, Rijk en Europa nog belangrijker om onze doelen te behalen. Een belangrijke mijlpaal bij het versterken van ons regionaal economisch systeem – en daarmee van de samenwerking in de regio – was de oprichting en start van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Regio Utrecht. Deze ROM, inhoudelijk aangestuurd door een breed gedragen Regionaal Economische Agenda, helpt ons innovatieve oplossingen te stimuleren voor maatschappelijke uitdagingen (Groen, Gezond, Slim). Dit is nodig om onze economie gezond en concurrerend te houden.
De Utrechtse economie is veerkrachtig, maar 2020 was een zwaar jaar voor veel Utrechtse ondernemers. Om de effecten van de coronacrisis op onze economie in beeld te brengen, is gestart met een periodieke regionale monitor en zijn extra bedrijvenpeilingen gehouden. In aanvulling op de steunmaatregelen van het Rijk en gemeenten hebben we via de EBU een apart loket geopend met steunmaatregelen voor-ondernemers-door-ondernemers (URECA-loket); hebben we ondernemers gesteund bij het versterken van hun digitale vaardigheden; heeft de ROM de landelijke Corona Overbruggings Leningen (COL)-regeling kunnen uitvoeren en hebben we met drie pilots gemeentes gesteund bij hun inspanningen om de winkelkernen en binnensteden te vitaal te houden.
Samen met partners is afgelopen jaar hard gewerkt aan een Human Capital Agenda (HCA) voor de regio Utrecht. De coronacrisis versnelt fundamentele ontwikkelingen en heeft veel impact op de arbeidsmarkt. In sommige sectoren raken mensen werkloos en in andere sectoren, zoals zorg, onderwijs, ICT en bouw- en installatiebranche, is juist meer vraag naar arbeid. Dit maakt het belang van om-, her- en bijscholen extra groot. De HCA pakt dit vraagstuk samen met de regio aan.
Provincie Utrecht wil een regionale voortrekkersrol vervullen in de transitie naar een circulaire economie. Daarvoor zijn in 2020 beleidsdoelen opgesteld én concrete maatregelen die de provincie zelf kan uitvoeren. Er is gewerkt aan de conceptvisie en een concrete uitvoeringsagenda, die eind december voorlagen in PS.
Een sterke economie vraagt om een hoogwaardige leefomgeving. Het afgelopen jaar hebben we belangrijke stappen gezet richting een nieuw beleidsprogramma Recreatie en Toerisme voor de periode 2021-2024. Tegelijk zijn extra middelen vrijgemaakt om van Recreatie Midden-Nederland een toekomstbestendige, solide organisatie te maken. De recreatieschappen hebben richtinggevende uitspraken geformuleerd over de toekomst van de schappen. Het effect van COVID-19 op het toerisme was enorm. De marketing heeft zich meer gericht op de regio en binnenlandse bezoekers. Gedurende de lockdowns ontstond er (te) grote recreatiedruk in natuur- en recreatiegebieden. We hebben daarom een digitale druktemonitor ontwikkeld.
Energietransitie
In januari 2020 heeft PS het Programmaplan Energietransitie 2020-2025 vastgesteld. Het programma beoogt de energietransitie in onze provincie te versnellen. Basis vormen de afspraken in het provinciale coalitieakkoord, het nationale Klimaatakkoord en het internationale Klimaatakkoord van Parijs. Onze energievoorziening moet zo spoedig mogelijk – maar uiterlijk in 2050 – CO2-neutraal zijn. We opereren hierbij langs de lijnen van energie besparen, opwek van duurzame energie, lobby, onderzoek en innovatie. De provincie geeft zelf het goede voorbeeld door haar vastgoed en bedrijfsprocessen te verduurzamen.
In 2020 zijn we gestart met een inclusieve aanpak om de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar te maken. De provincie ondersteunt VvE’s van appartementencomplexen bij verduurzaming via subsidie voor procesondersteuning. Woningcorporaties werken met provinciale ondersteuning aan een innovatieve, schaalbare aanpak. Binnen de pijler innovatie wordt een financieel instrumentarium ontwikkeld om bestaande woningen te helpen verduurzamen. Zo ondersteunen we bijvoorbeeld een pilot met gebouwgebonden dienstverlening in Amersfoort. Hierdoor hoeven woningeigenaren de investering voor verduurzaming van hun huis niet voor te financieren, maar sluiten ze een langdurige overeenkomst met een aanbieder die de verduurzamingsmaatregelen installeert en onderhoudt. Het resultaat is een verlaging van de energierekening.
Om het totale dakoppervlak in de provincie beter benutten, hebben we het versnellingsteam Zon op Dak opgericht. Het team biedt een ondersteuningsaanpak voor bedrijven, scholen en zorginstellingen. Voor bedrijven zijn er quickscans beschikbaar om de dakpotentie te analyseren. Scholen kunnen een door de provincie mede gefinancierde adviseur in de arm nemen om te helpen verduurzamen. Bij de Green Deal duurzame zorg, een stimuleringsaanpak voor verregaande verduurzaming van de bedrijfsvoering, zijn sinds 2020 in totaal 24 Utrechtse zorginstellingen aangehaakt.
Via de mobiliteitsregio MRA-E ondersteunen we de uitrol van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Eind 2020 zijn, dankzij een gezamenlijke aanbesteding, in totaal 1.150 openbare laadpunten gerealiseerd in 16 Utrechtse gemeenten.
De provincie werkt nauw samen met gemeenten en waterschappen bij het vinden van nieuwe locaties voor de (grootschalige) opwek van zonne- en windenergie. Afgelopen jaar is voor elk van de drie regio’s (U16, Regio Amersfoort en Foodvalley) een concept-Regionale Energie Strategie (RES) opgesteld. Bij elkaar gaan de Utrechtse gemeenten in deze regio’s 2,5 TWh aan duurzame elektriciteit opwekken in 2030. Participatie van stakeholderorganisaties en inwoners speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van de RES 1.0. De provincie biedt gemeenten hierin advies, ondersteuning en training. Ter ondersteuning van de drie RES-regio’s zijn we gestart met het opstellen van een provinciaal warmteplan, dat inzicht geeft in (bovengemeentelijke) vraag en aanbod van warmte.
Bereikbaarheid Algemeen
Een gezonde en verantwoorde mobiliteitsgroei (oftewel, meer actieve vormen van mobiliteit en minder negatieve effecten op de leefomgeving). Een geschikte mix van vervoersmodaliteiten per gebied. Beter openbaar vervoer. Duurzame, slimme en innovatieve oplossingen. Dat zijn de vier pijlers onder het provinciale programma Mobiliteit. De verwachte economische groei in de provincie leidt tot een grote mobiliteitsopgave, met een toegenomen vraag naar mobiliteit en meer druk op bereikbaarheid. Goede bereikbaarheid valt of staat met robuuste en veilige infrastructurele verbindingen – ook voor het goederenvervoer. Vandaar onze focus op efficiënt en duurzaam beheer van wegen en vaarwegen.
Afgelopen jaar hebben we ondanks corona het dagelijks beheer en onderhoud goed op orde weten te houden. Ook is gestart met het opstellen van het Netwerkperspectief Provinciale wegen 2040, waarbij de balans tussen veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid vooropstaat. Naast de coronacrisis was er in 2020 ook nog de stikstofcrisis, die de projectvoortgang fors belemmert. Dit betreft met name de projecten Rijnbrug en Oostelijke Rondweg Veenendaal op de N233.
Verkeersveiligheid is een belangrijk aandachtspunt. In 2020 hebben we ondanks de tijdelijke sluiting veel scholen bereikt met educatieprojecten – meer dan verwacht. Er is bovendien drie keer zoveel bermverharding aangelegd dan gepland; dit konden we bij een aantal projecten alsnog toevoegen. En ook de politie heeft, ondanks drukte, toch nog aanzienlijk kunnen handhaven op verkeersveiligheid.
Als het gaat om duurzame mobiliteit, vitaliteit en inclusiviteit is de fiets het ideale middel. Daarbij is fietsen een goedkope, ruimte-efficiënte en gezonde wijze van verplaatsen. Via de 'ik fiets'-campagne (vanwege corona tijdelijk stopgezet) proberen we meer mensen op de fiets te krijgen, maar ook door te kiezen voor een schaalsprong van het fietsnetwerk. Samen met gemeenten werkten we afgelopen jaar aan het Regionaal fietsnetwerk met snelle fietsverbindingen en slimme oplossingen om veiligheid en doorstroming te verbeteren. De laatste intentie- en uitvoeringsovereenkomsten van de eerste tranche van snelfietsroutes zijn getekend, waarna de voorbereiding van uitvoering is gestart.
In 2020 zijn er stappen gezet in de mobiliteitstransitie naar gezonde mobiliteit op de korte en lange(re) termijn. Zo zijn gedragsbeïnvloedingsmaatregelen uitgevoerd waarbij is ingespeeld op de door COVID-19 ontstane situatie, en hebben we stappen gezet in de werkgeversaanpak en smart mobility.
Bereikbaarheid OV
Afgelopen jaar stond het OV sterk in het teken van de coronacrisis. Vanaf dag één van de lockdown in maart daalde het aantal reizigers drastisch. In 2020 zijn circa 50% minder reizigers vervoerd dan het jaar ervoor. Hiermee kwam de continuïteit van de vervoerbedrijven in gevaar – en daarmee het openbaar vervoer in de hele provincie. Dankzij de landelijke steunmaatregelen kon de voortgang van het OV worden veiliggesteld. De aangevraagde Beschikbaarheidsvergoeding voor 2020 bedroeg ruim € 37 miljoen, waarvan in december 80% via de provincie aan de vervoerders is uitgekeerd. De gecontroleerde reductie van vervoersaanbod mocht overigens niet ten koste gaan van werknemers in essentiële functies, met name in de zorg. Vanaf 1 juli 2020 werd de normale dienstregeling weer gereden.
De komende jaren valt een geleidelijk herstel van de reizigersvraag te verwachten. Dit vraagt (financiële) oplossingen, met name voor de middellange termijn. Afschaling van de dienstregeling (per 3 januari 2021 8%) is er daar een van. De benodigde nieuwe afspraken met de vervoerbedrijven, waaronder een eventuele voortzetting van de concessies tot december 2025, gaan we in addenda op de concessies vastleggen. Samen met Rijk, gemeenten en regio’s is in 2020 ook intensief gewerkt aan plannen voor de langere termijn.
Op het gebied van infrastructurele investeringen valt zowel voortgang als vertraging te melden. Na de start van de exploitatie van tramlijn 22 (Uithoflijn) in december 2019 is in maart 2020 de frequentie opgehoogd tot twaalf ritten per uur. Zestien keer per uur is haalbaar, maar vanwege het geringe aantal reizigers voorlopig niet noodzakelijk.
Nieuwe brandveiligheidseisen hebben de oplevering van de nieuwe busremise opgeschoven en het aantal beschikbare stallingsplaatsen verminderd. Om dat verlies op te vangen is besloten het remiseterrein aan te passen voor stalling van 60 elektrische bussen. Vanaf maart 2021 wordt deze nieuwe functie operationeel.
De vernieuwing van de tram Utrecht-Nieuwegein/IJsselstein (project Vernieuwing Regionaal Tramsysteem) is bijna afgerond. Eind 2020 is met forse vertraging het deel Utrecht-Nieuwegein Centrum-Nieuwegein Zuid opgeleverd. De exploitatie is inmiddels gestart. Maart 2021 wordt de oplevering en start exploitatie van het trajectdeel Nieuwegein Centrum-IJsselstein verwacht.
Cultuur en erfgoed
Onze rijkdom aan cultuur en erfgoed maakt de Utrechtse regio aantrekkelijk en draagt bij aan onze identiteit. We streven naar een culturele infrastructuur (aanbod, locaties en instellingen) die gelijke tred houdt met de groei van de provincie, zodat alle inwoners gebruik kunnen blijven maken van de culturele en cultuurhistorische voorzieningen. Onderdeel van deze koers is het beter zichtbaar en beleefbaar maken van cultuur en erfgoed.
Op 3 juni 2020 heeft PS het cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023 ‘Voor Jong & Altijd’ vastgesteld. Het programma bouwt voort op wettelijke taken en bestuurlijke afspraken en legt een basis voor de komende jaren. We investeren in bibliotheken en monumenten, in archeologie en cultuureducatie en werken aan de nominatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Neder-Germaanse Limes als UNESCO Werelderfgoed. Nieuwe accenten komen op verduurzaming van monumenten. Varend, immaterieel en religieus erfgoed krijgt meer aandacht, evenals cultuureducatie in het voortgezet onderwijs. Ook gaan we aan de slag met een goed cultuuraanbod dat past bij de groei van onze steden. Bij dit alles werken we nauw samen met onze partners en Utrechtse gemeenten.
Zowel de eerste als tweede coronagolf hebben grote gevolgen voor de cultuur- en erfgoedsector. Instellingen die zwaar zijn getroffen, kunnen in aanmerking komen voor provinciale steun. In overleg met Rijk, gemeenten en instellingen hebben we een steunpakket voor de sector ontwikkeld, dat op 15 juli 2020 door PS is vastgesteld. Het ‘Steunpakket Cultuur & Erfgoed COVID-19’ stelt in totaal € 6 miljoen beschikbaar. De eerste tranche (2020) omvatte vier regelingen die op verschillende momenten zijn opengesteld. Daarmee werden in totaal ruim 100 grote en kleine instellingen geholpen. Bijkomend maar niet onbelangrijk is dat we in deze crisissituatie ons netwerk versterkt hebben. Met culturele instellingen, cultuurfondsen en ook gemeenten. Dat ondersteunt de bestaande doelstelling om, in het verband van de culturele stedelijke regio Utrecht, die samenwerking te versterken, om tot betere resultaten te komen voor onze inwoners en bezoekers, en om de regio nog beter te profileren op het gebied van cultuur en erfgoed.
Bestuur en middelen
Belangrijke bestuurlijke zaken in 2020 waren de afronding van de Jaarrekeningen 2018 en 2019, de Stikstofproblematiek, de Regionale Energiestrategieën, de Regionale tramlijnen en voortzetting van het wordingsproces van de Omgevingsvisie.
In 2020 is in samenwerking met het RIEC Midden-Nederland de Quickscan bestuurlijke weerbaarheid van onze ambtelijke organisatie afgerond. GS heeft het Plan van Aanpak met verbeteringen vastgesteld, met daarin doorlopende aandacht voor signaalherkenning van ondermijnende criminaliteit. Afgelopen jaar is hieraan een eerste uitvoering gegeven. Daarnaast is het Bibob-beleid verder vormgegeven. Met de vaststelling van een nieuwe beleidsregel zijn ook subsidieverlening en vastgoedtransacties onder het bereik van de wet gebracht. De toepassing bij vergunningverlening en overheidsopdrachten is hiermee uitgebreid. De werkprocessen zijn geconcretiseerd en zullen in 2021 worden besproken met de betrokken vakafdelingen.
De uitvoering van complexe maatschappelijke opgaven vraagt een integer, weerbaar en slagvaardig bestuur dat zich snel kan aanpassen aan nieuwe omstandigheden. In 2020 is gewerkt aan het programma Sterk Utrechts Bestuur, gericht op het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en provincie en het vergroten van de gezamenlijke slagkracht. Het programma wil meer inzicht creëren in rollen en rolwisseling bij samenwerking via gemeenschappelijke afspraken. De vaststelling vindt plaats in 2021.
Het afgelopen jaar heeft de provincie samen met de 26 Utrechtse gemeenten, bedrijfsleven en kennisinstellingen een ‘Utrechts Aanbod’ geformuleerd: een aanbod aan het nieuwe kabinet, waarin we met regionale oplossingen een bijdrage leveren aan landelijke uitdagingen. Alleen als we samen werken en investeren, Rijk en regio, houden we de Utrechtse regio ook op de lange termijn economisch sterk, duurzaam leefbaar en bereikbaar.
Bedrijfsvoering
Onze omgeving vraagt een organisatie die snel en flexibel inspeelt op de maatschappelijke opgaven die voor ons liggen. De provincie heeft hierin nog stappen te zetten. Vrijwel op alle onderdelen van de bedrijfsvoering, van subsidieloket tot ons team inkopen & aanbestedingen en van financiën tot informatieveiligheid, liggen er aandachts- en verbeterpunten. In 2020 is hard gewerkt aan die organisatie. De focus heeft hoofdzakelijk gelegen op het zoveel mogelijk laten doorgaan van ons dagelijks werk met aandacht voor de werkdruk. Wij zijn er desondanks in geslaagd om de Jaarrekeningen 2018 en 2019 af te ronden. Digitaal werken heeft een vlucht genomen, vele nieuwe en extra collega’s zijn gestart en bovendien zijn de steunmaatregelen in het kader van COVID-19 met voorrang tot uitvoering gebracht.
Door de focus op ons dagelijks werk zijn de noodzakelijke verbeteringen in de bedrijfsvoering in 2020 nog een work in progress . Daarin werken we programmatisch aan het op orde krijgen van de basis. Dat doen we langs drie lijnen: de verbeterprogramma’s Versterking Financiële Functie, Digitale Routekaart en Verbetering Bedrijfsvoeringsprocessen.
We zijn in 2020 ook gestart met de Utrecht Academie. Dit doorlopende trainings- en opleidingsprogramma voor onze medewerkers moet de komende jaren bijdragen aan helderheid over onze processen en belangrijke wet- en regelgeving. Het richt zich ook op ontplooiingskansen voor onze mensen en is instrumenteel in de gewenste cultuurverandering. De uitkomsten van het Medewerker Tevredenheidsonderzoek hebben aangegeven dat er vraag is naar koersbepaling en richting. Daar zal in de komende periode inderdaad extra aandacht aan worden gegeven. Verder worden we erkend als een ruimhartige werkgever die vakmanschap op prijs stelt en mensen eerlijk behandelt.
De urgentie om thuiswerken te faciliteren is het afgelopen jaar meer dan duidelijk geworden. In 2020 is verder gebouwd aan de vervanging en verbetering van digitale voorzieningen en de digitalisering van werkprocessen. Een groot aantal projecten is hiertoe versneld gestart en uitgevoerd. We hebben middelen ter beschikking gesteld zoals beeldschermen, toetsenborden en bureaustoelen. Medewerkers ontvingen een tijdelijke thuiswerkvergoeding en konden ook op aandacht rekenen voor de sociale aspecten van de nieuwe situatie. Afgelopen jaar is tevens besloten de aansturing van het programma Informatieveiligheid & Privacy te beleggen in de lijn onder verantwoordelijkheid van het CMT.
Los van de dagelijkse operatie is er in 2020 het nodige aan verbeterslagen gemaakt. Maar we zijn er nog lang niet. Ook in 2021 en 2022 gaan we door met de noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen binnen onze eigen organisatie.
Concernbrede thema’s
Sommige opgaven van de provincie raken aan veel verschillende beleidsprogramma’s. We pakken ze organisatiebreed op, maar ze worden niettemin als aparte doelstelling geformuleerd. Dit omdat het thema’s betreft waar deze coalitie krachtig en effectief op wil sturen. Tegelijk verschaft dit inzicht in de voortgang van elk. Deze thema’s zijn Sociale Agenda, circulaire samenleving, klimaatneutrale samenleving en dataonderbouwd werken.
Sociale Agenda - Tijdens een informatiebijeenkomst in april 2020 zijn de voorlopige focus (de 'Sociale bril') en eerste contouren van de Sociale Agenda besproken met de Staten. Ook is er input opgehaald voor de verdere verkenning. In de maanden daarna is samen met verschillende interne en externe partners gewerkt aan concretisering van de agenda. In juli 2020 heeft ook de PCL positief over deze richting geadviseerd en is PS geïnformeerd over de voortgang met een statenbrief ‘Voortgang Sociale Agenda’. Het afgelopen jaar is een samenwerking met de twee regenbooggemeenten Utrecht en Amersfoort gestart om het onderwerp Regenboogprovincie verder invulling te geven. Door personele problemen is het niet gelukt om de Sociale Agenda in2020 af te ronden. Dit zal medio 2021 alsnog gebeuren.
Circulaire samenleving - Om de transitie naar een circulaire samenleving te versnellen, gaat de provincie bij alle beleidsterreinen het voortouw nemen. Dit gebeurt door circulariteit in alle programma’s, opdrachten en projecten te borgen. Hiertoe is de organisatiebrede circulaire uitvoeringsagenda 2021-2023 ontwikkeld. De beleidsvisie Circulaire samenleving is op 2 december 2020 voor het eerst besproken in PS.
Klimaatneutrale samenleving - De transitie naar een klimaatneutrale samenleving is concernbreed verankerd en gemonitord. Het nationaal Klimaatakkoord mikt op 49% landelijke CO2-reductie in 2030 (ten opzichte van 1990). Hieraan hebben we ons als provincie gecommitteerd. In januari 2021 is er een Stateninformatiesessie geweest om doel en scope af te stemmen. Een voorstel voor de aanpak met bijbehorend budget volgt in Q2 2021, vooruitlopend op de behandeling van de Kadernota.
Dataonderbouwd werken - Nieuwe technologieën bieden kansen om ons werk slimmer te doen en burgers beter te bedienen. De provincie is dan ook volop doende haar processen en loketten te digitaliseren. Met de statenbrief van 19 mei 2020 is PS geïnformeerd over het Berenschot-rapport ‘De provincie Utrecht en de digitale transformatie – verstandig versnellen naar een datagedreven provincie’ inclusief een voorstel voor een follow-up. In Q3 is de concernopdracht Datagedreven Provincie 2020-2022 door het CMT vastgesteld en in uitvoering genomen.