Reserve Beheer en onderhoud vaarwegen

Reserve Beheer en onderhoud (vaar)wegen
Doel reserve	Het doel van de reserve is tweeledig. Enerzijds het egaliseren van exploitatiekosten van het vaste volume variabel onderhoud, inclusief bijbehorende plussen en minnen. Anderzijds ter financiering van de kapitaallasten die gekoppeld zijn aan de vervangingsinvesteringen. Gezien de groei in de kapitaallasten is sparen binnen deze reserve in het begin noodzakelijk gezien de gerichte bestemming.
Instellingsbesluit	15-12-2016, PS2016MME12

Kenmerken van de reserve
Soort reserve	Bestemmingsreserve
Functie
Voeding	De reserve wordt gevoed vanuit de algemene middelen.
Minimum bedrag	10000000	Maximum bedrag	25000000
Eindjaar	2055
Toereikendheid	n.v.t.
Vrije ruimte	n.v.t.
Nut en noodzaak	Om de fluctuaties van de uitgaven van het beheer & onderhoud op te kunnen vangen in het mobiliteitsprogramma, is het noodzakelijk om een egalisatiereserve te vormen
Bestedingsplan	De middelen worden jaarlijks uitgegeven aan beheer en onderhoud van infrastructurele kapitaalgoederen. Het betreft hier om het variabele onderhoud.
Voorwaarde besteding	De te verwachten bestedingen worden uitgewerkt in het vierjaarlijkse meerjarenplan beheer en onderhoud dat wordt vastgesteld door Provinciale Staten
Concrete verplichting	De opgestelde beheerplannen (MOP) van assetmanagement
Relevante ontwikkelingen	n.v.t.
Mate van doelrealisatie	In stand houden van onderhoud vaarwegen en nautisch beheer.
Risico's	Geen
Bijzonderheden	Geen

	Primaire begroting 2020	Bijgestelde begroting 2020	Rekening		Verschil
Stand van de reserve per 01-01-2020				34.261
Stand van de reserve per 01-01-2020
Storting	260	787	733		-54
Onttrekking	-1422	-12.780	-3.194		9.586
Stand van de reserve per 31-12-2020				31.800
Stand van de reserve per 31-12-2020

Toelichting mutaties reserve 2020
In 2020 was per saldo een onttrekking uit de reserve voorzien van € 12,8 mln., de realisatie is € 3,2 mln.. De lagere onttrekking van ca € 9,6 mln kent verschillende oorzaken. Zo is bij het variabele onderhoud van de verhardingen een aantal projecten doorgeschoven naar 2021 als gevolg van de PFAS problematiek. Bij kunstwerken is er sprake geweest van een aanbestedingsvoordeel. De geplande vervangingen en groot onderhoud bij openbare verlichting zijn grotendeels niet gerealiseerd wegens onvoldoende sturing op het Integrale Prestatie Contract (IPC) voor het beheer, onderhoud en de vervanging van verkeersregelinstallaties en verlichting. Bij Groen onderhoud zijn de lasten lager doordat de prijzen voor groenbeheer lager zijn dan geraamd. Totaal zijn de lasten ca € 6,2 mln. lager. Daarnaast is er ca € 0,7 mln. minder uitgegeven aan gladheidsbestrijding doordat de winterse omstandigheden minder slecht waren. Bij vaarwegen is een forse onderschrijding bij het onderhoud. De lasten zijn ca € 2,6 mln. lager en wordt onder andere verklaard door aanbestedingsvoordelen en vertraging bij de uitvoering van het onderhoud als gevolg van de PFAS problematiek.

Toelichting mutaties reserve 2020

In 2020 was per saldo een onttrekking uit de reserve voorzien van € 12,8 mln., de realisatie is € 3,2 mln.. De lagere onttrekking van ca € 9,6 mln kent verschillende oorzaken. Zo is bij het variabele onderhoud van de verhardingen een aantal projecten doorgeschoven naar 2021 als gevolg van de PFAS problematiek. Bij kunstwerken is er sprake geweest van een aanbestedingsvoordeel. De geplande vervangingen en groot onderhoud bij openbare verlichting zijn grotendeels niet gerealiseerd wegens onvoldoende sturing op het Integrale Prestatie Contract (IPC) voor het beheer, onderhoud en de vervanging van verkeersregelinstallaties en verlichting. Bij Groen onderhoud zijn de lasten lager doordat de prijzen voor groenbeheer lager zijn dan geraamd. Totaal zijn de lasten ca € 6,2 mln. lager. Daarnaast is er ca € 0,7 mln. minder uitgegeven aan gladheidsbestrijding doordat de winterse omstandigheden minder slecht waren.
Bij vaarwegen is een forse onderschrijding bij het onderhoud. De lasten zijn ca € 2,6 mln. lager en wordt onder andere verklaard door aanbestedingsvoordelen en vertraging bij de uitvoering van het onderhoud als gevolg van de PFAS problematiek.