7.3.1 Intensief betrekken van partners bij projecten

7.3.1	Intensief betrekken van partners bij projecten
Toelichting op meerjarendoel
Het vergroten en verbreden van de betrokkenheid van inwoners bij de provincie en omgekeerd staat centraal in het concept werkprogramma Participatie voor en door de provincie Utrecht. In 2020 is gewerkt aan de ontwikkeling van dit programma waarbij aandacht is voor het samenspel tussen inwoners en de provincie Utrecht en de wijze waarop dit beter vorm kan worden gegeven. Het geven van ruimte aan initiatieven uit de samenleving, is hierbij een belangrijk uitgangspunt. De openstelling van een herkenbaar loket voor burgerinitiatieven wordt hierin opgenomen. Daarnaast vraagt het rijkswetsvoorstel ‘Wet versterking participatie op decentraal niveau’ om het opstellen van een participatieverordening. De betrokkenheid bij de U10-regio is hoog en er is structureel en stelmatig contact op bestuurlijk en ambtelijk niveau. Het college participeert volop in de bestuurstafels van de U10. De samenwerking wordt door beide kanten (U10 en provincie) als positief en constructief ervaren. De werkbezoeken hebben als gevolg van Covid-19 een andere karakter gekregen, digitaal in plaats van fysiek. De ervaring leert dat ook op digitale wijze een goede informatie-uitwisseling tot stand kan komen. Toch wordt hier het fysieke contact gemist. De IPO overleggen kenmerken zicht juist in deze Covid-19 periode door hoge digitale opkomt van de bijeenkomsten. Het college heeft een actieve inbreng in alle overleggen van het IPO.

7.3.1

Intensief betrekken van partners bij projecten

Toelichting op meerjarendoel

Het vergroten en verbreden van de betrokkenheid van inwoners bij de provincie en omgekeerd staat centraal in het concept werkprogramma Participatie voor en door de provincie Utrecht. In 2020 is gewerkt aan de ontwikkeling van dit programma waarbij aandacht is voor het samenspel tussen inwoners en de provincie Utrecht en de wijze waarop dit beter vorm kan worden gegeven. Het geven van ruimte aan initiatieven uit de samenleving, is hierbij een belangrijk uitgangspunt. De openstelling van een herkenbaar loket voor burgerinitiatieven wordt hierin opgenomen. Daarnaast vraagt het rijkswetsvoorstel ‘Wet versterking participatie op decentraal niveau’ om het opstellen van een participatieverordening.

De betrokkenheid bij de U10-regio is hoog en er is structureel en stelmatig contact op bestuurlijk en ambtelijk niveau. Het college participeert volop in de bestuurstafels van de U10. De samenwerking wordt door beide kanten (U10 en provincie) als positief en constructief ervaren.
De werkbezoeken hebben als gevolg van Covid-19 een andere karakter gekregen, digitaal in plaats van fysiek. De ervaring leert dat ook op digitale wijze een goede informatie-uitwisseling tot stand kan komen. Toch wordt hier het fysieke contact gemist.
De IPO overleggen kenmerken zicht juist in deze Covid-19 periode door hoge digitale opkomt van de bijeenkomsten. Het college heeft een actieve inbreng in alle overleggen van het IPO.


	Beoogd resultaat 2020	Status	Toelichting
•	De handreikingen en het instrumentarium m.b.t. participatie zijn vastgesteld en worden toegepast.		Het programmaplan Participatie voor en door de provincie is in de maak. In april is een inhoudelijke sessie geweest met de commissie BEM. De hieruit voortkomende aandachtspunten zijn opgenomen in het ontwerp voor het programma. Door de coronamaatregelen duurden de afstemmingsronden zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau langer dan gepland, maar heeft dit wel geresulteerd in een akkoord voor de richting en focus van het op te stellen programmaplan. Naar verwachting zal het programmaplan in het eerste kwartaal 2021 worden vastgesteld.

•	Er hebben 15 tot 20 GS werkbezoeken plaatsgevonden.		Vanwege de coronamaatregelen en de lockdown heeft GS in 2020 veel minder werkbezoeken kunnen afleggen dan gepland. Het waren er negen. Sommige werkbezoeken konden worden omgezet naar een digitale bijeenkomst, zoals het overleg met de provincie Gelderland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Maar voor de meeste GS-werkbezoeken heeft een fysieke bijeenkomst de voorkeur. Veel van de geplande werkbezoeken worden verplaatst naar een moment wanneer het wel weer mogelijk is om met meerdere personen bij elkaar te komen.


•	Jaarlijks wordt feedback opgehaald bij onze partners en partijen om onze bestuursstijl te evalueren en door te ontwikkelen.		Ons college heeft de nadrukkelijke wens in dialoog te zijn met onze inwoners en feedback te ontvangen op ons handelen. De bedoeling was om hiertoe jaarlijks een fysieke bijeenkomst te organiseren op een locatie in de provincie. Door de pandemie hebben we besloten de dialoog online te willen voeren. Eind 2020 hebben we hiertoe een eerste Open keukengesprek gevoerd waarbij we met deelnemers praatten over het Utrechts Aanbod. Dit eerste gesprek wordt goed geëvalueerd zodat het mogelijke vervolg kan worden bepaald.


•	De intensivering van de PA inzet heeft geleid tot een sterkere positionering en daaruit voortvloeiend een effectievere inzet op grote dossiers zoals het UNed en MIRT traject, en de regiodeals. Ook met betrekking tot o.a. NOVI, woningbouw, luchtkwaliteit en smart mobility worden de Utrechtse belangen actief behartigd.		De intensivering van de Public Affairs (PA) heeft al extra mogelijkheden opgeleverd omtrent meerdere kortlopende zaken en langer lopende dossiers. Dit is nu al terug te zien in de effecten van de ondernomen stappen omtrent het Nationaal Groeifonds (NGF). Zo is de Utrechtse propositie voor het NGF, dankzij een brede samenwerking met collega’s binnen zowel PU als GU, door het kabinet voorgedragen aan de beoordelingscommissie voor het NGF. Ook de aangenomen motie omtrent de woondeal Amersfoort heeft beweging gebracht in de woon- en verstedelijkingsopgaven van de regio Amersfoort. Om ook in de toekomst de vruchten te kunnen blijven plukken van deze PA-intensivering, is er veel werk gestopt in het samenstellen en naar voren brengen van het Utrechts Aanbod in aanloop naar de verkiezingen en de kabinetsformatie.


•	Inbreng van de provincie in IPO verband is actief en fundamenteel.		Ook dit jaar heeft de provincie in alle IPO-commissies en verschillende kopgroepen (waaronder de kopgroep NOVI, de kopgroep klimaat en de kopgroep Omgevingswet) actief deelgenomen en haar inbreng vanuit Utrecht geleverd.


•	De Provinciale Commissie Leefomgeving (PCL) heeft adviezen uitgebracht over grote maatschappelijke en ruimtelijke opgaven en het debat over deze opgaven gestimuleerd en gevoed.		De Provinciale Commissie Leefomgeving (PCL) is de onafhankelijke adviescommissie die Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten gevraagd en ongevraagd adviseert over thema’s die de kwaliteit van de leefomgeving aangaan. De commissie bestaat uit 9 vaste leden en enkele wisselende jonge onderzoekers. De PCL adviseert op hoofdlijnen, richt zich op de samenhang tussen verschillende thema’s en stimuleert het debat. De commissie heeft een wettelijke basis in de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer. In 2020 bracht de PCL-adviezen uit over Energietransitie, Klimaatadaptatie, de Sociale Agenda en de Ontwerp Omgevingsvisie en Ontwerp Interim Omgevingsverordening. Samen met de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) adviseerde de PCL over de Economische Visie. Ook bracht de PCL twee blogs uit over de Openbare ruimte in de anderhalve meter samenleving en over Klimaatadaptatie. Bovendien organiseerde de PCL vier expertmeetings over Recreatie in verbinding met andere grote opgaven. Daarnaast werkte de PCL aan de adviesthema’s Binnendorps verdichten en Circulaire samenleving. De rapportages over deze thema’s verschijnen in 2021. De PCL besprak haar adviezen met betrokken gedeputeerden en met Provinciale Staten.