Natura 2000-gebieden In de diverse Natura 2000 gebieden zijn een groot aantal herstelmaatregelen van het voormalig Programma Aanpak Stikstof conform afspraak uitgevoerd. Onder leiding van de provincie Noord-Holland (voortouwnemer) komt de afronding van het beheerplan Oostelijke Vechtplassen in zicht. Het beheerplan wordt als ontwerp in 2021 aan de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en Utrecht voorgelegd en daarna ter visie gelegd. Ook hebben GS Utrecht het beheerplan Uiterwaarden Lek met 6 jaar verlengd. Op 7 december heeft het Inter Provinciaal Overleg (IPO) met het Rijk het Uitvoeringsprogramma Natuur vastgesteld. In dat kader worden de voorbereidingen getroffen om diverse herstelmaatregelen in Natura-2000 gebieden te gaan uitvoeren in de periode 2021-2023. Gebiedsgerichte aanpak stikstof PS hebben in juli 2020 de leidraad voor de gebiedsgerichte aanpak stikstof vastgesteld. Hiermee wil de provincie Utrecht de komende jaren toewerken naar het robuuster maken en verbeteren van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, een duurzaam toekomstperspectief voor de landbouw en andere economische activiteiten en een vermindering van de lokale stikstofdepositie. Het opstarten van gebiedsprocessen in en rondom de negen stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden vormt de kern van de aanpak. De voorbereidingen voor deze gebiedsprocessen zijn in het 4e kwartaal van 2020 uitgevoerd, onder andere door het oprichten van twee bestuurlijke gebiedstafels met daarin alle relevante provinciale partners. Het opzetten van de benodigde organisatie voor de provinciale aanpak van de stikstofproblematiek, inclusief het invullen van vacatures bij onder andere vergunningverlening, heeft n 2020 meer tijd gekost dan verwacht waardoor onderuitputting heeft plaatsgevonden van de beschikbaar gestelde middelen. Actieve soortenbescherming aandachtsoorten SKNL en USB In 2020 zijn diverse subsidies verstrekt voor verbetering van het leefgebied van soorten. De actieve soortenbescherming is ondergebracht in de SKNL (binnen NNN) en de USB (buiten NNN). Ook hebben we opdracht verleend om het inzicht in de verspreiding van de Utrechtse wilde bijen te actualiseren. Op 25 november is er door ons een digitaal bijensymposium georganiseerd, waarbij experts presentaties hielden, en er inspirerende initiatieven (filmpjes) werden getoond. Het symposium werd bijgewoond door 450 deelnemers, en is goed ontvangen. Daarbij is waardevolle input geleverd voor het behouden en verbeteren van bijenpopulaties. Intensiveren bescherming van de leefgebieden van weidevogels In 2019 hebben GS het Actieplan Weidevogels vastgesteld. In het Actieplan is voor de periode 2019-2021 € 1,1 miljoen extramiddelen vanuit Europa ter beschikking gesteld voor het agrarisch weidevogelbeheer. Deze middelen zijn inmiddels besteed en ingezet met de volgende prioritering: - meer zwaar beheer in het weidevogelkerngebieden
- meer deelname in de weidevogelkerngebieden
- beheer in de weidevogelrandzone.
Er is een lichte toename van de oppervlakte zwaar beheer en de deelnamebereidheid. Uit de weidevogeltelling bleek, dat ook een aantal randzones voldoen aan onze criteria voor het kerngebied. Bij de vaststelling van het Actieplan heeft PS ook € 600.000 beschikbaar gesteld voor een kwaliteitsverbetering van de weidevogelreservaten. Met dit geld zijn de volgende inrichtingsmaatregelen uitgevoerd: - inrichting buitendijks reservaat in Eemland voor onder andere de kemphaan
- onderzoek terugdringen krulzuring zodat pachters van weidevogelreservaten het hooi beter kunnen gebruiken
- verwijdering van onderbemaling Kadelanden
- inrichtingsmaatregelen in de polders Botshol en Nellestein
- aanvullende inrichtingsmaatregelen in de Maatpolder
Daarnaast gaan we inrichtingsmaatregelen nemen in de Mijdrechtse Bovenlanden en de Poelweg bij Waverveen. Verdiepingsslagen bestaande natuur In 2020 is voortvarend verder gewerkt aan natuurherstel in het Vechtplassengebied. Dit jaar zijn de Westbroekse Zodden en de Molenpolder aangepakt. Er is 56 hectare bestaande natuur heringericht, naast de hectares nieuwe natuur die er zijn ingericht (par. 2.1.1). Daarnaast is 31 hectare productiebos omgevormd naar heide, waarbij in sommige projecten tevens een kwaliteitsverbetering voor de aanwezige oude natuurlijke boskernen is uitgevoerd. De voorgenomen kwaliteitsverbetering in de Utrechtse uiterwaarden is nog niet uitgevoerd. Dat komt door de benodigde voorbereiding en afstemming met vele andere ruimtelijke ontwikkelingen in de uiterwaarden, zoals de dijkversterking en de kaderrichtlijnwater-projecten van Rijkswaterstaat. Wegen en vaarwegen ecologisch beheren De provincie is overgegaan op een nieuwe werkwijze van het beheer van bermen (werkwijze kleurmerk) zoals ook door de vlinderstichting voorgesteld. In de praktijk betekent dat maaien en vervolgens het maaisel apart afvoeren voor alle bermen langs ca. 300 km provinciale wegen. Bermen met heidevegetatie op delen van de Heuvelrug worden niet gemaaid. Op de zandgronden van de Utrechtse Heuvelrug en de Vallei wordt alleen in het najaar gemaaid. Op de klei- en veengronden in de zomer en het najaar. Bij elke maaibeurt, zowel in de zomer als najaar, blijft 15-20% van het gewas staan om bodembewonende dieren de kans te geven hun levenscyclus af te maken dan wel schuilplaats te bieden voor overwintering. Onder de bodembewonende dieren vallen bijvoorbeeld insecten en amfibieën. De verwachting is dat zo ook natuurlijke bestrijders van de eikenprocessierups toe zullen nemen. De eerste meter langs de weg wordt vanuit verkeerveiligheidsmaatregelen intensiever gemaaid. Rijkswaterstaat voert een vergelijkbaar bermbeheer langs de rijksweg in Utrecht. Ook diverse gemeenten voeren een vergelijkbaar bermbeheer langs de lokale wegen en langs wegen in stedelijk gebied die zich daarvoor lenen. |